
Muren
Ik haalde mijn muren neer.
Gaf je de sleutel naar mijn hart.
En opende de poort naar mijn ziel.
Jij trok jou muren op.
Brak mijn hart.
En stapte op mijn ziel.
Mijn muur is nog hoger.
De sleutel heb ik weg gegooid.
De poort gaat nooit meer open.

Altijd
Altijd net voor het slapen gaan zit zij even in zijn hoofd.
Want nooit zal hij haar vergeten, dat heeft hij zichzelf beloofd.

Geluk
Ik heb me altijd voorgehouden
dat ik niet welkom was op deze wereld.
Ik heb me altijd afgevraagd waarom mij
dit leven was gegeven.
Waarom de kansen mij gegeven nooit
de duisternis hebben doen vervagen en
naar het licht geleid hebben.
Maar de zoektocht naar het licht, de duisternis
doorbreken is alles waar ik aan denk en alles
waar ik over schrijf.
Vaak heb ik gedacht dat ik het niet verdiende,
dat alle tegenslagen een test waren op de weg
naar het uiteindelijke geluk.
Menigmaal wilde ik langs de kant van die weg gaan zitten,
omdat me de moed en wil ontbraken om verder te gaan.
Maar opgeven is nooit een optie, verliezen is niet mijn.
Uiteindelijk heb ik vrede gevonden in mijn eigen wereld,
de queeste naar geluk aan anderen gelaten.
Tevreden zijn met wat is, niet wat nooit gaat komen.
Geluk is ook liggen in de zon, luisterend naar het ruisen van de bomen